Van de 294 ingediende dossiers voor structurele middelen voor de periode 2023-2027 werden er 293 ontvankelijk verklaard. Binnen deze dossiers zijn er 7 die indienen onder Kunstinstelling, 4 onder organisatie met specifieke kerntaken, 260 voor werkingssubsidies voor één beleidsperiode en 22 voor werkingssubsidies voor twee beleidsperiodes.
Voor de kunstinstellingen wordt in totaal 61.177.000 euro aan middelen voorzien, voor de organisaties met specifieke kerntaken bedraagt dit 3.450.000 euro. Wanneer we vervolgens van het overgebleven bedrag 12.852.750 euro (12,5% van overgebleven budget) aftrekken dat voorzien is voor kortlopende subsidies, komen we op een totaal beschikbaar budget van ongeveer 90 miljoen euro voor de werkingsmiddelen voor organisaties.
In dit bedrag zit onder andere de nieuwe landschapscommissie (met een budget van 4.498.463 euro) dat na de beoordelingsronde nog middelen kan toekennen aan dossiers die positief beoordeeld werden, maar initieel buiten het budget zouden gevallen zijn. Daarbij zal deze commissie rekening houden met een goede landschapszorg zoals bepaald in de visienota Kunsten van de minister.
Binnen het nieuwe Kunstendecreet is dit de eerste indienronde. Dat zorgt meteen voor enige nervositeit dat ook leidde tot foute voorafnames omtrent het beschikbare budget. Als we zien dat er voor de periode 2017-2021 ongeveer 136 miljoen euro werd voorzien, kunnen we alleen maar vaststellen dat het budget voor deze periode gestegen is. Betreffende het gevraagde budget, zien we dezelfde trend als vorige periode waarbij er meer middelen gevraagd worden dan er beschikbaar zijn. Wat we daarbij wel kunnen stellen, is dat de verhouding tussen gevraagde en beschikbare middelen voor beide periodes ongeveer hetzelfde is gebleven. We kijken alvast uit naar de adviezen van de verschillende commissies en de uiteindelijk beslissing van de minister, welke er eind juni aankomt.